Bij beschikking van 20 maart 2013 heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 7 mei 2013, na de Ministerraad en de tussenkomende partijen, de vzw « Belgian Bioethanol Association » en de vzw « Belgian Biodiesel Board », te hebben uitgenodigd, in een uiterlijk op 23 april 2013 in te dienen aanvullende memorie, waarvan ze een kopie laten toekomen aan de andere partijen binnen dezelfde ter
mijn, hun eventuele opmerkingen te formuleren op de brieven, alsook op de bijlagen ervan, die de vzw « Belgische Petroleum Unie » en anderen op 6 februari 2013 en op 12 februari 2013
aan het Hof hebben gestuurd ...[+++], en de partijen te hebben uitgenodigd, in een uiterlijk op 23 april 2013 in te dienen aanvullende memorie, waarvan ze een kopie laten toekomen aan de andere partijen binnen dezelfde termijn, hun opmerkingen te formuleren naar aanleiding van het voormelde arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie.Par ordonnance du 20 mars 2013, la Cour a fixé l'audience au 7 mai 2013 après avoir invité le Conseil des ministres et les parties intervenantes, l'ASBL « Belgian Bioethanol Association » et l'ASBL « Belgian Biodiesel Board », à formuler, dans un mémoire complémentaire à introduire au plus tard le 23 avril 2013, dont ils adresseraient une copie aux autres parties dans le même dé
lai, leurs éventuelles observations concernant les lettres, ainsi que leurs annexes, que l'ASBL « Union pétrolière belge » et autres ont adressées à la Cour le 6 février 2013 et le 12 février 2013, et après avoir invité les parties à formuler, dans un mémoire comp
...[+++]lémentaire à introduire au plus tard le 23 avril 2013, dont elles adresseraient une copie aux autres parties dans le même délai, leurs éventuelles observations relativement à l'arrêt précité de la Cour de justice de l'Union européenne.
