80. Wanneer de kredietinstelling niet op de hoogte is van de onderliggende posities van een ICB, mag zij een gemiddeld risicogewicht voor de ICB berekenen overeenkomstig de in de artikelen 78 tot en met 83 beschreven methoden, mits zij zich houdt aan de volgende regel: er wordt aangenomen dat de ICB eerst tot de toegestane grens belegt in de categorieën posities waarvoor het hoogste kapitaalvereiste geldt, en vervolgens belegt in posities waarvoor een steeds verder afnemend kapitaalvereiste geldt totdat de maximale totale beleggingsgrens is bereikt.
80. Lorsque l'établissement de crédit n'a pas connaissance des expositions sous-jacentes de l'OPC, il peut calculer une pondération moyenne à appliquer à cet OPC conformément aux méthodes exposées aux articles 78 à 83, sous réserve de l'application des règles suivantes: il est présumé que l'OPC investit d'abord, dans toute la mesure autorisée par son mandat, dans les catégories d'expositions impliquant la plus forte exigence de fonds propres, puis continue par ordre décroissant jusqu'à ce que la limite totale de ses investissements soit atteinte.