In het tweede onderdeel wordt beklemtoond dat de leerkrachten van het gesubsidieerd vrij hoger onderwijs en die van het gesubsidieerd officieel hoger onderwijs, ten aanzien van de doelstelling van sociale vrede, in een identieke situatie verkeren en dat het derhalve niet verantwoord is dat enkel laatstgenoemden verzoeningsprocedures kunnen aanwenden.
La deuxième branche souligne qu'au regard de l'objectif de paix sociale, les enseignants de l'enseignement supérieur libre subventionné et ceux de l'enseignement supérieur officiel subventionné sont dans une situation identique et qu'il n'est dès lors pas justifié que seuls les seconds aient recours à des procédures de conciliation.