De lidstaten kunnen bepalen dat de rechterlijke beroepsinstantie ingeval het asielverzoek niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond blijkt te zijn, kan beslissen al dan niet toestemming te verlenen om verder beroep in te stellen en in de gevallen waarin dit verdere beroep wordt toegestaan, de beslissingen in een verkorte of versnelde procedure kan onderzoeken.
Les États membres peuvent prévoir que, dans les cas où une demande d'asile a été rejetée comme irrecevable ou manifestement infondée, la juridiction d'appel a le pouvoir de décider s'il convient ou non d'autoriser l'appel et, dans les cas où l'appel est autorisé, d'examiner les décisions dans le cadre d'une procédure accélérée.