De heer Noreilde c.s. dient een amendement in nummer (stuk Senaat, nr. 3-630/2, amendement nr. 3) dat ertoe strekt het voorgestelde artikel 4 te vervangen door een bepaling die in het artikel 143 van het Wetboek van inkomstenbelasting invoegt dat 1 500 euro die worden verdiend via studentenovereenkomsten niet in aanmerking komen voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen.
M. Noreilde et consorts déposent un amendement (do c. Sénat, nº 3-630/2, amendement nº 3), qui vise à remplacer l'article 4 proposé par une disposition prévoyant dans l'article 143 du Code des impôts sur les revenus que les montants jusqu'à 1 500 euros recueillis en vertu d'un contrat d'étudiant ne sont pas pris en compte pour la fixation du montant net des moyens d'existence.