In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, is de prejudiciële vraag ontvankelijk en valt zij onder de bevoegdheid van het Hof : hoewel het juist is dat het voormelde koninklijk besluit van 5 augustus 1991 de precieze termijnen heeft bepaald, zijn het de in het geding zijnde wetsbepalingen zelf die, door uitdrukkelijk te verwijzen naar die termijnen, het gewraakte verschil in behandeling invoeren.
Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, la question préjudicielle est recevable et relève de la compétence de la Cour : bien qu'il soit exact que l'arrêté royal du 5 août 1991 précité a fixé les délais précis, ce sont les dispositions législatives en cause elles-mêmes qui, en se référant expressément à ces délais, établissent la différence de traitement critiquée.