Art. 25. § 1. In afwijking van artikel 21, mag de aflevering van de vaccins in het kader van de vaccinatiecampagnes voor de werknemers van een onderneming of van elke andere werkplaats, uitgevoerd krachtens de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en haar uitvoeringsbesluiten, alsook in het kader van de vacci
natiecampagnes voor jonge kinderen door daartoe erkende centra, met het oog op het voorkomen van besmettelij
ke ziektes, door de apotheker worden gedaan aan de geneesheer
...[+++] - directeur, belast met het medisch toezicht van een externe of interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of van een centrum erkend voor het voeren van vaccinatiecampagnes voor jonge kinderen of aan zijn gemachtigde.Art. 25. § 1. Par dérogation à l'article 21, la délivrance des vaccins dans le cadre des campagnes de vaccination de travailleurs d'une entreprise ou de tout autre lieu de travail exécutées en vertu de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail et de ses arrêtés d'application, ainsi que dans le cadre des campagnes
de vaccination des enfants en bas âge par des centres agréés à cet effet, à des fins de prévention des maladies contagieuses, par le pharmacien peut se faire au médecin - directeur, chargé de la surveillance médicale d'un service externe ou interne pour la prévention et la
...[+++] protection au travail ou d'un centre agréé pour mener des campagnes de vaccinations des enfants en bas âge, ou à son mandataire.