3° door het overleggen van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, of tegen de kandidaat geen strafrechtelijke veroordeling is gewezen die onverenigbaar is met de uitoefening van het ambt van commissaris van de Regering, of, zo niet, van een verklaring op erewoord dat tegen hem een dergelijke veroordeling niet is gewezen;
3° par la production d'un certificat de bonnes conduite, vie et moeurs, que le candidat n'a encouru aucune condamnation pénale incompatible avec l'exercice de la fonction de commissaire du Gouvernement ou, à défaut, d'une déclaration sur l'honneur qu'il n'a pas encouru une telle condamnation;