Art. 2. Voor de betaling van het loon van de feestdagen van 1 januari en Kerstmis worden de periodes van veertien en dertig dagen, bepaald in artikel 14, 1e lid, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, op zestig dagen gebracht.
Art. 2. Pour le paiement du salaire afférent aux jours fériés du 1 janvier et de Noël, les périodes de quatorze et de trente jours, fixées par l'article 14, alinéa 1, 1° et 2°, de l'arrêté royal du 18 avril 1974 déterminant les modalités générales d'exécution de la loi du 4 janvier 1974 relative aux jours fériés, sont portées à soixante jours.