Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "kind moet worden ingesteld uiterlijk vier " (Nederlands → Frans) :

De rechtsvordering van het kind moet worden ingesteld uiterlijk vier jaar nadat het de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

Celle de l'enfant doit être intentée au plus tard dans les quatre ans à compter du moment où il atteint l'âge de dix-huit ans.


Volgens de verantwoording van dat amendement, werd de huidige formulering van artikel 332, vijfde lid, (dat bepaalt dat de rechtsvordering van het kind moet worden ingesteld uiterlijk vier jaar nadat het de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt) gewijzigd om te bepalen dat de vordering van het kind tot betwisting door een van zijn ouders kan worden ingesteld voor het 18 jaar wordt en door het kind zelf tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar.

Selon la justification de cet amendement, le libellé de l'article 322, alinéa 5, actuel (qui prévoit que l'action de l'enfant doit être intentée au plus tard dans les 4 ans à compter du moment où il atteint l'âge de 18 ans) a été modifié en vue de préciser que l'action en contestation de l'enfant peut être diligentée par l'un de ses parents avant ses 18 ans et par lui-même entre ses 18 et 22 ans.


Volgens de verantwoording van dat amendement, werd de huidige formulering van artikel 332, vijfde lid, (dat bepaalt dat de rechtsvordering van het kind moet worden ingesteld uiterlijk vier jaar nadat het de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt) gewijzigd om te bepalen dat de vordering van het kind tot betwisting door een van zijn ouders kan worden ingesteld voor het 18 jaar wordt en door het kind zelf tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar.

Selon la justification de cet amendement, le libellé de l'article 322, alinéa 5, actuel (qui prévoit que l'action de l'enfant doit être intentée au plus tard dans les 4 ans à compter du moment où il atteint l'âge de 18 ans) a été modifié en vue de préciser que l'action en contestation de l'enfant peut être diligentée par l'un de ses parents avant ses 18 ans et par lui-même entre ses 18 et 22 ans.


Volgens de verantwoording van dat amendement, werd de huidige formulering van artikel 332, vijfde lid, (dat bepaalt dat de rechtsvordering van het kind moet worden ingesteld uiterlijk vier jaar nadat het de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt) gewijzigd om te bepalen dat de vordering van het kind tot betwisting door een van zijn ouders kan worden ingesteld voor het 18 jaar wordt en door het kind zelf tussen de leeftijd van 18 en 22 jaar.

Selon la justification de cet amendement, le libellé de l'article 322, alinéa 5, actuel (qui prévoit que l'action de l'enfant doit être intentée au plus tard dans les 4 ans à compter du moment où il atteint l'âge de 18 ans) a été modifié en vue de préciser que l'action en contestation de l'enfant peut être diligentée par l'un de ses parents avant ses 18 ans et par lui-même entre ses 18 et 22 ans.


De vordering van de echtgenote, de vrouw die het meeouderschap van het kind opeist en de man die het vaderschap van het kind opeist moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de verwekking van het kind niet het gevolg kan zijn van de daad waarin de echtgenote overeenkomstig de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embr ...[+++]

L'action de l'épouse, de la femme qui revendique la coparentalité de l'enfant et de l'homme qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans l'année de la découverte du fait que la conception de l'enfant ne peut être la conséquence de l'acte auquel l'épouse a consenti conformément à la loi du 6 juillet 2007 relative à la procréation médicalement assistée et à la destination des embryons surnuméraires et des gamètes et celle de l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'áge de douze ans et au plus tard le jour où il atteint l'áge de vingt-deux ans ou dans l'année de la découverte du fait que sa concep ...[+++]


Hier rijst het probleem van artikel 330, § 1, betreffende de betwisting van de erkenning of van het vermoeden van vaderschap door het kind, die moet worden ingesteld uiterlijk op de dag waarop het kind 22 jaar wordt.

Se pose le problème de l'article 330, § 1 , concernant la contestation de la reconnaissance ou de la présomption de paternité par l'enfant qui doit être intentée au plus tard le jour où il atteint l'âge de 22 ans.


Artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « De vordering van de vader, de moeder of de persoon die het kind erkend heeft, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft, niet de vader of de moeder is; die van de persoon die het vaderschap of moederschap opeist moet worden ingesteld ...[+++] binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij of zij de vader of de moeder van het kind is; die van het kind moet op zijn vroegst worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en moet uiterlijk worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na het ontdekken van het feit dat de persoon die het erkend heeft noch zijn vader, noch zijn moeder is.

L'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil dispose : « L'action du père, de la mère ou de la personne qui a reconnu l'enfant doit être intentée dans l'année de la découverte du fait que la personne qui a reconnu l'enfant n'est pas le père ou la mère; celle de la personne qui revendique la paternité ou la maternité doit être intentée dans l'année de la découverte qu'elle est le père ou la mère de l'enfant; celle de l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'âge de douze ans et au plus tard le jour où il a atte ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet ...[+++]

Par son arrêt n° 165/2013, du 5 décembre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec la Convention relative aux droits de l'enfant, en ce qu'il dispose que l'action de celui qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année qui suit la découverte du fait qu'il est le père de l'enfant.


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet ...[+++]

Par son arrêt n° 139/2013, du 17 octobre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 22 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prescrit que l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité introduite par la personne qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année de la découverte qu'elle est le père de l'enfant.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vader ...[+++]p van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals met name het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8 ervan), doordat het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzonder het hogere en primordiale belang van het kind) en met het gedrag van de partijen, niet moet samenvallen met de door het betrokken kind beleefde socioaffectieve werkelijkheid, in een casus waarin nooit enige band, welke dan ook, tussen het kind en zijn wettelijke vader heeft bestaan, noch thans bestaat (het kind is geboren en werd opgevoed binnen een gezinskern die meer bepaald uit zijn moeder en zijn biologische vader bestond voordat die uit elkaar gingen), waardoor in feite een verkeerde en volkomen onnatuurlijke afstamming wordt bekrachtigd en beperkte rechten worden toegekend aan de biologische vader, die alleen een recht op persoonlijk contact kan eisen terwijl hij in werkelijkheid vrijwe ...

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 6 mai 2015 en cause de K.F. contre P.P. et D.H., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 mai 2015, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préju ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : kind moet worden ingesteld uiterlijk vier     kind     kind opeist     opeist moet worden     worden ingesteld     bereikt en uiterlijk     door het kind     moet     worden     worden ingesteld uiterlijk     hier     erkend heeft     uiterlijk     vierde     afstamming opeist     burgerlijk     vaderlijke erkenning ingesteld     hij de vader     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'kind moet worden ingesteld uiterlijk vier' ->

Date index: 2022-01-15
w