3. Onverminderd de leden 1 en 2 kan volgens de in artikel 89, lid 3, bedoelde procedure worden besloten dat geen ziektegevoelige dieren van het grondgebied of gebied van de lidstaat waar de uitbraak van mond- en klauwzeer zich heeft voorgedaan, naar een andere lidstaat mogen worden verplaatst totdat de status vrij van mond- en klauwzeer en van besmetting opnieuw is verkregen overeenkomstig het bepaalde in de diergezondheidscode van het OIE, tenzij de dieren:
3. Sans préjudice des paragraphes 1 et 2, il peut être décidé, selon la procédure prévue à l'article 89, paragraphe 3, d'interdire tout mouvement d'animaux des espèces sensibles entre le territoire ou la région de l'État membre où le foyer de fièvre aphteuse est apparu et un autre État membre jusqu'à ce que le statut d'indemne de maladie/d'infection ait été rétabli conformément aux prescriptions du code zoosanitaire de l'OIE, à moins que les animaux en question: