22. erkent dat instellingen voor hoger onderwijs en opleidinginstellingen mensen kunnen voorbereiden op de
arbeidsmarkt: KMO's zonder OO-faciliteiten kunnen bijvoorbeeld profiteren van onderzoekshulpbronnen en deskundigheid van universiteiten, en KMO's kunnen studenten aan stages en leercontracten van goede kwaliteit helpen, die bijdragen tot optimale onderwijservaring en hun kansen op werk aanzienlijk kunnen vergroten; dringt derhalve aan op nauwere samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs, opleidingsinstanties en KMO's waardoor aan studenten de mogelijkheid wordt geboden om ondernemersvaardigheden op te doen en te ontwikk
...[+++]elen; wijst op de rol van de culturele en creatieve sector als een passende omgeving voor scholing en opleiding; 22. reconnaît que les établissements d'enseignement supérieur et les organismes de formation sont en mesure de prépar
er les personnes au monde du travail; par exemple, les PME qui ne disposent pas d'infrastructures de recherche et développement peuvent bénéficier des ressources et de l'expertise des universités en matière de recherche et proposer en retour des stages et des postes d'apprentissage de qualité aux étudiants pour optimiser leur expérience éducative et nettement améliorer leurs chances de trouver un emploi; demande, par conséquent, le renforcement de la coopération entre les établissements d'enseignement supérieur, les orga
...[+++]nismes de formation et les PME, afin de donner aux étudiants la possibilité d'acquérir et de développer des compétences entrepreneuriales; rappelle le rôle des industries culturelles et créatives comme cadre d'apprentissage et de formation;