« Art. 6. Een gewezen lid van de Kamers kan pas een jaar na het verstrijke
n van zijn mandaat, deel uitmaken van het bestuur of deel
hebben aan het beheer van of het toezicht op de in artikel
1, § 1, vierde lid, eerste gedachtenstreepje bedoelde instellingen behalve wanneer die activiteit inherent is aan het
mandaat of aan het politieke ambt dat h ...[+++]ij in die periode uitoefent of wanneer hij tijdens de uitoefening van zijn mandaat daarvoor politiek verlof genoot.
« Art. 6. Aucun ancien membre des Chambres ne peut participer à la direction, à l'administration ou à la surveillance des organismes d'intérêt public visés à l'article 1 , § 1 , alinéa 4, premier tiret, si ce n'est un an après la cessation de son mandat, sauf si cette activité est inhérente au mandat ou à la fonction politique qu'il est amené à exercer au cours de ce délai ou s'il bénéficiait, pendant l'exercice de son mandat, d'un congé politique relatif à cette activité.