In afwijking van het derde lid, voor het brevet van inspecteur voor het ambt bedoeld in artikel 28, 1°, 19., heeft de tweede sessie inzonderheid betrekking op de doelstellingen van het kunstonderwijs zowel op secundair als op hoger niveau, de uitvoeringsmaatregelen om die te bereiken, het referentiesysteem voor de basisvaardigheden, de transversale bevoegdheden, de evaluaties, de actuele stromingen inzake pedagogie en kunstcreatie, de kunstfilosofie, de ethiek, de kennis van de psychologie van het kind, de adolescent en de volwassene, de positieve discriminatie, de preventie van geweld en de evaluatie van een pedagogische sequentie.
Par dérogation à l'alinéa 3, pour le brevet d'inspecteur pour la fonction visée à l'article 28, 1°, 19., la deuxième session porte notamment sur les objectifs de l'enseignement artistique tant au niveau secondaire que supérieur, leur mise en oeuvre, les socles de compétences, les compétences transversales, les évaluations, les courants actuels de la pédagogie et de la création artistique, la philosophie de l'art, l'éthique, la connaissance de la psychologie de l'enfant, de l'adolescent et de l'adulte, les discriminations positives, la prévention de la violence et l'évaluation d'une séquence pédagogique.
