Bovendien aanvaarden we hierbij dat binnenwateren bijna twee keer zo ongezond mogen zijn als kustwateren en nog steeds het kwaliteitsstempel "voldoende" krijgen. Hoe valt anders te verklaren dat we de kwaliteit van zwemwater als "goed" bestempelen, wanneer een zwemmer 5 procent kans heeft om er ziek van te worden?
Et comment l’expliquer autrement quand nous sommes prêts à dire que l’eau de baignade est de bonne qualité dès lors que le risque de tomber malade après s’y être baigné est de l’ordre de 5 % - c’est-à-dire d’un baigneur sur 20.