26. onderstreept dat de interparlementaire samenwerking altijd erop gericht moet zijn op het juiste moment de juiste personen bijeen te brengen die de juiste kwesties op een zinnige manier weten aan te pakken, zodat de besluiten die op de respectieve verantwoordelijkheidsterreinen worden genomen, een 'meerwaarde' kunnen ontlenen aan een werkelijke dialoog en een deugdelijk debat;
26. souligne que la coopération interparlementaire doit toujours viser à réunir les bonnes personnes au bon moment afin de traiter la bonne question de manière sensée, ce afin de permettre, dans le respect des sphères de compétences de chacun, que la décision s'enrichisse de la «valeur ajoutée» par un réel dialogue et une confrontation véritable;