Traduction de «landen plaatsvond één land trok zich terug » (Néerlandais → Français) :

Er deden 18 landen mee, hoewel de start van de Talen slechts in 17 landen plaatsvond: één land trok zich terug na 11 september, maar er waren al bepaalde uitgaven gedaan voor de voorbereidingen.
Dix-huit pays participants sont comptabilisés, alors que l'opération Envol des langues n'a eu lieu que dans dix-sept d'entre eux seulement : l'un s'est retiré après les événements du 11 septembre, mais certaines dépenses avaient d'ores et déjà été engagées pour les préparatifs.

Hierdoor zou in feite de “brain circulation” (mobiliteit van hoogopgeleide personen) kunnen worden aangemoedigd, omdat werknemers uit derde landen de mogelijkheid zou worden gegeven te trachten zich in hun eigen land te herintegreren in de wetenschap dat zij een gunstiger behandeling zullen krijgen wanneer zij later naar de EU wensen terug te keren om er te werken.
Cela pourrait en fait encourager la «mobilité des cerveaux», en permettant aux travailleurs ressortissants de pays tiers d’essayer de s’intégrer à nouveau dans leur pays d’origine en sachant qu’ils bénéficieront d’un traitement plus favorable en termes de réadmission s’ils souhaitent par la suite revenir travailler au sein de l’UE.

Ons land trok zijn ambassadeur al terug, samen met zes andere landen. Vandaag blijft de Europese Unie er bij de andere lidstaten op aandringen om gelijkaardige stappen te ondernemen.
Notre pays a déjà rappelé son ambassadeur comme six autres États de l'UE. Aujourd'hui, l'Union européenne continue à insister auprès des autres États membres pour qu'ils effectuent des démarches semblables.

Deelnemende landen zouden zich er tevens toe verbinden personen die zij op hun grondgebied bescherming hebben geboden, terug te nemen indien die personen naar een ander EU-land doorreizen.
Les États participants devraient également s’engager à reprendre les personnes auxquelles ils ont accordé une protection sur leur territoire, en cas de mouvements secondaires de celles-ci.

Schendt artikel 1, vijfde en zesde lid, van de wet van 20 juli [1971 tot instelling van] gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan die van kracht was vóór 1 september 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet en/of artikel 28 van de richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, in zoverre het de vluchteling in de zin van artikel 48/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vrijstelt van de voorwaarde uitgedrukt in artikel 1, vijfde lid, van de wet van 20 juli [1971], en niet de persoon die de subsidiaire beschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, terwijl zij zich allebei in een vergelijkbare situatie bevinden, zijnde een machtiging tot verblijf op het grondgebied van het Rijk wegens de onmogelijkheid om naar hun land van herkomst terug te keren wegens de risico's van directe of indirecte vervolgingen en de ernstige bedreigingen voor hun fysieke integriteit ?
L'article 1, alinéa 5 et 6 de la loi du 20 juillet [1971 instituant des] prestations familiales garanties, dans sa version antérieure au 1 septembre 2010, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, le cas échéant, lus en combinaison avec l'article 191 de la Constitution et/ou l'article 28 de la Directive 2004/83/CE du Conseil du 29 avril 2004 concernant les normes minimales relatives aux conditions que doivent remplir les ressortissants des pays tiers ou les apatrides pour pouvoir prétendre au statut de réfugié ou les personnes qui, pour d'autres raisons, ont besoin d'une protection internationale, et relatives au contenu de ces statuts, en ce qu'il dispense le réfugié au sens de l'article 48/3 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, de la condition énoncée à l'article 1, alinéa 5, de la loi du 20 juillet [1971] et non le bénéficiaire du statut de protection subsidiaire au sens de l'article 48/4 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, alors qu'ils se trouvent tous deux dans une situation comparable étant une autorisation au séjour sur le territoire du Royaume en raison d'une impossibilité de retour vers leur pays d'origine en raison des risques de persécutions directes ou indirectes et des menaces graves pour leur intégrité physique ?

2. Vindt de Belgische regering, in de mate dat die « technische regeling » op termijn een amendering van de tekst van het Protocol (nr. 4) uitmaakt, wat de definitie van het begrip oorsprong betreft, en in de mate dat ze voor Israël een diagonale cumulatie van oorsprong mogelijk maakt in de EU en in elk ander Euro-Mediterraan land waarmee de EU een vrijhandelsakkoord heeft gesloten dat dezelfde regels bevat, dat de EU van alle derde landen die een diagonale cumulatie met Israël toepassen moet vereisen dat ze manueel en substantieel alle oorsprongscertificaten die door Israël zijn afgeleverd, nakijken om zich ervan te verzekeren dat de certificaten die namen en postcodes bevatten van bezette gebieden eenzijdig worden verworpen en dat de goederen vervaardigd met de producten met zo'n oorsprongscertificaat niet terug worden uitgevoerd naar de Gemeenschap (in het kader van overeenkomsten tussen die landen en de Europese Unie) ?
2. Dans la mesure où cet « accord technique » consistera, à terme, à « amender » le texte du Protocole (nº 4) concernant la définition du concept d'origine, et dans la mesure où il permettra à Israël d'appliquer un cumul diagonal d'origine avec l'Union européenne et avec tout autre pays euro-méditerranéen avec qui l'UE aurait conclu un accord de libre échange incorporant les mêmes règles, le gouvernement belge estime-t-il que l'UE devra requérir de tous les États tiers appliquant le cumul diagonal avec Israël qu'ils inspectent manuellement et substantiellement tous les certificats d'origine émis par Israël en vue de s'assurer que les certificats contenant les noms et codes postaux de colonies connues sont rejetés unilatéralement, et que les biens produits à partir des marchandises couverts par ces certificats d'origine ne sont pas réexportés vers la Communauté (dans le cadre des accords entre ces États et l'Union européenne) ?

Schendt artikel 1, vijfde en zesde lid, van de wet van 20 juli [1971 tot instelling van] gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan die van kracht was vóór 1 september 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet en/of artikel 28 van de richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, in zoverre het de vluchteling in de zin van artikel 48/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen vrijstelt van de voorwaarde uitgedrukt in artikel 1, vijfde lid, van de wet van 20 juli [1971], en niet de persoon die de subsidiaire beschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, terwijl zij zich allebei in een vergelijkbare situatie bevinden, zijnde een machtiging tot verblijf op het grondgebied van het Rijk wegens de onmogelijkheid om naar hun land van herkomst terug te keren wegens de risico's van directe of indirecte vervolgingen en de ernstige bedreigingen voor hun fysieke integriteit ?
L'article 1, alinéa 5 et 6 de la loi du 20 juillet [1971 instituant des] prestations familiales garanties, dans sa version antérieure au 1 septembre 2010, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, le cas échéant, lus en combinaison avec l'article 191 de la Constitution et/ou l'article 28 de la Directive 2004/83/CE du Conseil du 29 avril 2004 concernant les normes minimales relatives aux conditions que doivent remplir les ressortissants des pays tiers ou les apatrides pour pouvoir prétendre au statut de réfugié ou les personnes qui, pour d'autres raisons, ont besoin d'une protection internationale, et relatives au contenu de ces statuts, en ce qu'il dispense le réfugié au sens de l'article 48/3 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, de la condition énoncée à l'article 1, alinéa 5, de la loi du 20 juillet [1971] et non le bénéficiaire du statut de protection subsidiaire au sens de l'article 48/4 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, alors qu'ils se trouvent tous deux dans une situation comparable étant une autorisation au séjour sur le territoire du Royaume en raison d'une impossibilité de retour vers leur pays d'origine en raison des risques de persécutions directes ou indirectes et des menaces graves pour leur intégrité physique ?

Eind 1999 waren er geen dwingende humanitaire behoeften meer in Rwanda en trok ECHO zich uit het land terug.
Fin 1999, le Rwanda n'était plus confronté à des besoins humanitaires pressants et ECHO s'est donc retiré du pays.