27. merkt op dat de EU berust op het beginsel van vrij verkeer van personen, niet op de laatste plaats werknemers; wijst erop dat het belangrijk is dat het leren van talen, en met name Europese talen, een onderdeel van het permanente leerproces wordt dat moet worden aangemoedigd, omdat het de mobiliteit van werknemers ten goede komt en het spectrum van arbeidsmogelijkheden verbreedt;
27. rappelle que l'Union européenne se fonde sur le principe de libre circulation des personnes, et notamment des travailleurs; souligne à cet effet l'importance d'encourager l'apprentissage des langues étrangères, notamment européennes, dans le cadre de l'éducation et de la formation tout au long de la vie, afin de faciliter la mobilité des travailleurs et d'élargir le spectre des perspectives d'emplois;