«
Artikel 9, 3°, [lees : artikel 9, § 1, 3°] van de wet van 3 juli 1967 bepaalt : ` Indien het ongeval of de beroepsziekte het overlijden van de getroffene tot gevolg heeft gehad, hebben recht op een tijdelijke rente die voor ieder kind gelijk is aan 15 pct. van de in artikel 4 bepaalde bezoldiging zonder dat het totaal 45 pct. van
die bezoldiging mag overschrijden, de kinderen, halve wezen, indien zij : 1° wettige kinderen zijn, geboren of verwekt vóór het overlijden van de getroffene; 2° wettige kinderen zijn, geboren uit een vorig
...[+++] huwelijk van de overlevende echtgenoot; 3° natuurlijke kinderen zijn door de getroffene of zijn echtgenoot vóór zijn overlijden erkend '.
« L'article 9, 3°, [lire : l'article 9, § 1, 3°] de la loi du 3 juillet 1967 précise : ` Lorsque l'accident ou la maladie professionnelle a causé le décès de la victime, ont droit à une rente temporaire égale pour chaque enfant à 15 % de la rémunération indiquée à l'article 4 sans que l'ensemble puisse dépasser 45 % de ladite rémunération, les enfants orphelins de père ou de mère s'ils sont : 1° enfants légitimes nés ou conçus avant le décès de la victime, 2° enfants légitimes nés d'un mariage précédent du conjoint survivant, 3° enfants naturels reconnus par la victime ou son conjoint avant son décès ';