1.
Elk geschil tussen Lidstaten, of tussen een of meer Lidstaten en het Centrum, betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Conventie, met inbegrip van het in Artikel 16 bedoelde Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, of betreffende één der in Artikel 24 van dit Protocol bedoelde gevallen, dat niet door de goede diensten van de Raad kan worden bijgelegd, wordt op verzoek van één der partijen bij het geschil, gericht aan de andere partij, voorgelegd aan een scheidsgerecht, gevormd overeenkomstig lid 2, eerste alinea,
tenzij de partijen onderling binnen ee ...[+++]n termijn van drie maanden overeenstemming bereiken over een andere wijze van regeling.1
. Lorsqu'il ne peut être réglé par les bons offices du Conseil, tout différend opposant les États membres ou entre un ou plusieurs États membres et le Centre et relatif à l'interprétation ou à l'application de la présente Convention, y compris le Protocole sur les privilèges et immunités prévu à l'article 16, ou portant sur un des cas prévus à l'article 24 de ce Protocole, est, sur requête adressée par l'une des Parties au différend à l'autre, soumis à un tribunal d'arbitrage, constitué conformément au paragraphe 2, premier alinéa, à moins que les Parties ne conviennent entre elles, dans un délai de trois mois, d'un autre mode de règlem
...[+++]ent.
