4. Wanneer een partij vaststelt dat er sprake is van systematisch niet verlenen van administratieve medewerking of het vermoeden van fraude dient zij, voor zij overgaat tot de tijdelijke schorsing waarin dit artikel voorziet, het Associatiecomité alle terzake doende informatie te verstrekken die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
4. La partie qui a constaté une absence systématique de coopération administrative ou une présomption de fraude doit, avant d'appliquer la suspension temporaire visée au présent article, fournir au comité d'association toutes les informations utiles à un examen approfondi de la situation en vue de rechercher une solution acceptable par les parties.