Wanneer de zwangere gerechtigde de zelfstandige activiteit verderzet die zij uitoefende onmiddellijk vóór het voormelde tijdvak van moederschapsbescherming, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in artikel 219ter, § 5, tweedelid, wordt het bedrag van de moederschapsuitkering vastgesteld op 60 pct. van het gederfde loon, bedoeld in artikel 113, derde lid, van de gecoördineerde wet vanaf de zesde week die voorafgaat aan de vermoedelijke datum van de bevalling of vanaf de achtste week wanneer de geboorte van een meerling wordt voorzien.
Lorsque la titulaire enceinte poursuit l'activité indépendante qu'elle exerçait immédiatement avant la période de protection de la maternité susvisée, dans les conditions fixées à l'article 219ter, § 5, alinéa 2, le montant de l'indemnité de maternité est fixé à 60 p.c. de la rémunération perdue visée à l'article 113, alinéa 3 de la loi coordonnée, à partir de la sixième semaine précédant la date présumée de l'accouchement ou de la huitième semaine lorsqu'une naissance multiple est prévue.