Ten slotte is het in de in het geding zijnde bepaling bedoelde
principiële verbod niet van dien aard dat het onevenredige gevolgen heeft ten aanzien van de handelaars waarop het van toepassing is, vermits de handelaar die niet onderworpen wenst te worden aan
het verbod op enige activiteit in dezelfde lokalen over de mogel
ijkheid beschikt om afzonderlijke lokalen in te richten voor
elke activitei ...[+++]t.
Enfin, l'interdiction de principe prévue par la disposition en cause n'est pas de nature à avoir des effets disproportionnés à l'égard des commerçants auxquels elle s'applique, puisque le commerçant qui souhaite ne pas être soumis à l'interdiction de toute activité dans les mêmes locaux dispose de la possibilité d'aménager des locaux distincts pour chaque activité.