Indien één der Hoge Verdragsluitende Partijen het voorwerp zou zijn van een gewapende aanval in Europa, zullen de andere Hoge Verdragsluitende Partijen, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 51 van het Handvest der Verenigde Naties, aan de aldus aangevallen partij alle militaire en andere hulp en bijstand verlenen, welke in haar vermogen ligt.
Au cas où l'une des Hautes Parties Contractantes serait l'objet d'une agression armée en Europe, les autres lui porteront, conformément aux dispositions de l'article 51 de la Charte des Nations Unies, aide et assistance par tous les moyens en leur pouvoir, militaires et autres.