De Raad van State stelde expliciet dat het discriminerend zou zijn om bepaalde categorieën van strafbare feiten, die de grondwetgever op identieke wijze heeft willen behandelen voor wat het bevoegde rechtscollege betreft, verschillend te behandelen (advies nr. L.27 513/2, in : Stuk Senaat 1996-97, nr. 472/8).
Le Conseil d'État déclara explicitement que l'on se rendrait coupable de discrimination en traitant différemment des catégories d'infractions que le constituant a manifestement voulu traiter de manière identique en ce qui concerne la juridiction compétente (avis nº L.27 513/2, in : doc. Sénat 1996-1997, nº 472/8).