Ten
slotte verwijst de minister naar de memorie van toelichting bij het wetsontwerp, waarin de regering haar standpunt uiteenzet over de arresten van het Europees Hof voor de rechten van de mens. Voorts v
erwijst de minister eveneens naar de amendementen in de Kamer van volksvertegenwoordigers op arti
kel 18 (nieuw), dat vermeldt dat « de omvang van het onderzoek varieert naar gelang van het niveau van de vereiste veiligheidsmachtigi
...[+++]ng en voor elk niveau door het ministerieel comité wordt bepaald » en meegedeeld aan het Comité I.
Enfin, le ministre renvoie à l'exposé des motifs du projet, où le point de vue du gouvernement par rapport aux arrêts de la Cour européenne des droits de l'homme est expliqué, et aux amendements de la Chambre sur l'article 18 (nouveau), où l'on indique que l'ampleur de l'enquête varie en fonction du niveau de l'habilitation, et est déterminé à chaque niveau par le comité ministériel et transmis au Comité R.