De term « ministerieel officier » refereert perfect aan het ambt dat de gerechtsofficieren uitoefenen : het zijn zelfstandige niet door de Staat bezoldigde ambtenaren, die een vrij beroep uitoefenen én toch bekleed zijn met een deel van het overheidsgezag, waarbij het publiek rechtstreeks op hen een beroep kan doen en ze voor hun ambtelijke taken een monopolie gekregen hebben mét ministerieplicht.
Le terme « officier ministériel » convient parfaitement pour désigner les personnes qui exercent la charge d'officier de justice : ce sont des fonctionnaires indépendants non rémunérés par l'État, mais revêtus d'une part de l'autorité publique, qui exercent une profession libérale, qui peuvent être sollicités directement par les particuliers, qui jouissent d'un monopole dans l'exercice de leurs fonctions officielles et qui ont l'obligation d'exercer leur ministère.