1. Jekker van donkergroen polyester/wollen stof, half getailleerd, rechte rug met split naar beneden; uitgesneden kraag met opslag, type jekker Colbert, met afneembare kraagemblemen en epauletten, met een knoop van 17 mm met schroef (zie overige bepalingen, hoofdstuk III - Afdeling I - Onderscheiding van graden of functies); een rij van vier middelgrote metalen knopen; twee borstzakken met plooien in het midden en twee opgestikte zijzakken die afgerond zijn naar beneden en gesloten met een zakklep en een kleine metalen knoop; twee binnenzakken met klep; aan het uiteinde van de mouwen twee kleine metalen knopen langs de naad.
1. Vareuse
en tissu polyester/laine, de teinte vert foncé, demi-cintrée; dos droit avec ouverture vers le bas; col
échancré à revers, type vareuse veston, avec écussons de col et épaulettes
amovibles, avec un bouton à vis de 17 mm (voir surplus, chapitre III - Section I - Distinction des grades ou des fonctions); une rangée de quatre boutons métalliques de taille moyenne; deux poches de poitrine avec plis au milieu et deux poch
...[+++]es de côté appliquées, ces poches étant arrondies à la partie inférieure et fermées par un rabat et un petit bouton métallique; deux poches intérieures avec patte; au bout des manches deux petits boutons métalliques le long de la couture.