Gelet op het arrest nr. 82.791 van de Raad van State, Afdeling Administratie, van 8 oktob
er 1999, waarbij de schorsing werd bevolen van de tenuitvoerlegging van het koninklijk besluit van 6 oktober 1999 tot bepaling van de criteria die rechtvaardigen dat er een aanvraag tot regularisatie van verblijf ingediend wordt zonder dat men het bewijs moet leveren van de buitengewone omstandigheden bedoeld in artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt de omzendbrief van 7 oktober 1999, in toepassing van
...[+++] voornoemd koninklijk besluit, ingetrokken.
Vu l'arrêt n° 82.791 du Conseil d'Etat, Section d'administration, du 8 octobre 1999, par lequel celui-ci a ordonné la suspension de l'exécution de l'arrêté royal du 6 octobre 1999 déterminant les critères justifiant l'introduction d'une demande de régularisation de séjour sans devoir fournir la preuve des circonstances exceptionnelles visées à l'article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, la circulaire d'application de cet arrêté royal, signée le 7 octobre 1999, est rapportée.