1. Iedere Verdragsluitende Staat neemt voorzover mogelijk aangepaste maatregelen om een doeltreffende bescherming te waarborgen tegen eventuele represailles of intimidatie ten aanzien van getuigen die in het kader van strafrechtelijke procedures een getuigenis afleggen betreffende de in dit verdrag bedoelde delicten en in voorkomend geval ten aanzien van hun familieleden en van andere naasten.
1. Chaque État Partie prend, dans la limite de ses moyens, des mesures appropriées pour assurer une protection efficace contre des actes éventuels de représailles ou d'intimidation aux témoins qui, dans le cadre de procédures pénales, font un témoignage concernant les infractions visées par la présente Convention et, le cas échéant, à leurs parents et à d'autres personnes qui leur sont proches.