Art. 3. Bij de Kamers van eerste aanleg en de Kamers van beroep worden de betwistingen, bedoeld in artikel 144, §§ 2 en 3, van de gecoördineerde wet, aanhangig gemaakt bij verzoekschrift, gericht aan de voorzitter en toegezonden met een ter post aangetekende brief of ter griffie neergelegd tegen ontvangstbewijs.
Art. 3. Les Chambres de première instance et les Chambres de recours sont saisies des contestations visées à l'article 144, §§ 2 et 3 de la loi coordonnée par une requête envoyée par pli recommandé à la poste ou déposée au greffe contre récépissé, à l'attention du président.