De training van de leden van het kader van agenten van politie die uitsluitend over een neutraliserend middel beschikken, bestaat uit ten minste vier sessies, waarvan één besteed wordt aan de evaluatie, gelijkmatig gespreid over een door de bevoegde overheid te bepalen referentieperiode van twaalf maanden.
L'entraînement des membres du cadre des agents de police qui ne disposent que d'un moyen incapacitant compte au minimum quatre sessions dont une consacrée à l'évaluation, réparties à intervalles réguliers sur une période de référence de douze mois à déterminer par l'autorité compétente.