6. is van mening dat, gezien de beperkte middelen waarover men beschikt, de toewijzing moet sporen met nationale en regionale ontwikkelingsplannen en moet berusten op samenwerking met plaatselijke gemeenschappen alsook regionale samenwerking en dat de rol van NGO's de nadruk moet krijgen ter wille van een effectieve besteding van de gelden;
6. estime que, compte tenu de la minceur des ressources disponibles, précisément, celles-ci doivent être réparties suivant un schéma conforme aux plans de développement nationaux et régionaux et dans un contexte de coopération locale et régionale et estime également qu’il convient de souligner le rôle des organisations non gouvernementales dans le contrôle de la bonne utilisation des ressources ;