De burgemeester kan niet zomaar bijeenkomsten van deze organisaties verbieden, maar hij zal zich moet baseren op de concrete gedragingen van de betrokkenen, op materiële aanwijzingen of op de omstandigheden van de zaak, wanneer hij oordeelt over het bestaan van redelijke gronden of vermoedens die wijzen op de voorbereiding van de samenscholing.
Le bourgmestre ne peut pas purement et simplement interdire les réunions de ces organisations. Pour se prononcer sur l'existence de motifs raisonnables ou de présomptions qui indiquent la préparation de l'attroupement, il devra se baser sur des comportements concrets des intéressés, des indices matériels ou sur les circonstances de l'affaire.