Overwegende dat de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, die de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum vervangt, in werking is getreden op 1 oktober
2002; dat deze wet ondermeer voorziet in de mogelijkheid van een verhoogde staatstoelage voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling naar analogie met wat voorheen voorzien was in de bestaansminimumwetgeving; dat in dat kader de openbare centra voor maatscha
ppelijk welzijn van sommige steden en ...[+++]class=yellow1> gemeenten van deze verhoogde staatstoelage kunnen genieten mits zij zich verbinden tot welbepaalde bij overeenkomst vastgelegde inschakelingsinitiatieven, dat de OCMW's voor wie deze mogelijkheid open
staat, een gemeente moeten bedienen die is opgenomen in een lijst, dewelke jaarlijks wordt vastgesteld op basis van criteria die bij koninklijk besluit zijn vastgelegd, dat het koninklijk besluit dat deze criteria vastlegt, zijn wettelijke basis is ontnomen door de opheffing per 1 oktober 2002 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, dat met het oog op het sluiten van de overeenkomsten voor het jaar 2003, de lijst van
gemeenten geldig voor het jaar 2003 zo spoedig mogelijk dient opgesteld te worden opdat zou gekend zijn welke OCMW's een overeenkomst kunnen sluiten met het oog op het verkrijgen van de verhoogde staatstoelage, dat bijgevolg de criteria waaraan de
gemeenten moeten voldoen om opgenomen te kunnen worden in deze lijst zo spoedig mogelijk opnieuw moeten worden vastgelegd, dat onderhavig besluit deze criteria vastlegt evenals de lijst bekendmaakt van
gemeenten die op basis van deze criteria zijn weerhouden voor het jaar 2003, dat dit besluit bijgevolg dringend en onverwijld moet worden aangenomen opdat de continuïteit van deze maatregel zou zijn gewaarborgd;
Considérant que la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, qui remplace la loi du 7 août 1974 instituant le dr
oit à un minimum de moyens d'existence, est entrée en vigueur le 1 octobre 2002; que cette loi prévoit en autres la possibilité d'octroi d'une subvention majorée de l'Etat pour des initiatives spécifiques, axées sur l'insertion sociale, par analogie à ce qui éta
it prévu auparavant dans la législation relative au minimum de moyens d'existence; que les centres publics d'aide sociale de
certaines ...[+++]villes et communes peuvent dans ce cadre bénéficier de cette subvention majorée de l'Etat à condition qu'ils s'engagent à mener certaines initiatives d'insertion fixées par convention; que les CPAS pouvant faire usage de cette possibilité doivent desservir une commune reprise dans une liste fixée annuellement sur la base de critères déterminés par arrêté royal; que l'arrêté royal fixant ces critères a perdu sa base légale suite à l'abrogation au 1 octobre 2002 de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence; qu'en vue de la conclusion des conventions pour l'année 2003, la liste des communes valable pour l'année 2003 doit être établie dans les plus brefs délais afin de pouvoir connaître les CPAS qui peuvent conclure une convention en vue d'obtenir la subvention majorée de l'Etat; que les critères auxquels doivent satisfaire les communes pour pouvoir être reprises dans la liste doivent dès lors être déterminés à nouveau dans les plus brefs délais; que le présent arrêté fixe ces critères et contient la liste des communes retenues pour l'année 2003 sur la base de ces critères; que le présent arrêté doit être pris d'urgence et sans délai afin de garantir la continuité de cette mesure;