Het in wachtstand plaatsen, zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 29 juni 1976 tot wijziging van sommige bepalingen van de gemeentewet, het veldwetboek, de wetgeving op de pensioenregeling van het gemeentepersoneel en het daarmee gelijkgestelde personeel en tot regeling van sommige gevolgen van de samenvoegingen, aanhechtingen en wijzigingen van grenzen van gemeenten verwezenlijkt door de wet van 30 december 1975, is kenmerkend voor de personee
lsleden die, op het ogenblik van de samenvoeging van gemeenten, een hoofdbetrekking cum
uleerden met één of meerdere bijbetrek ...[+++]kingen en die daarna niet herbenoemd werden in deze bijbetrekkingen.
La mise en position d'attente prévue à l'article 21 de la loi du 29 juin 1976 modifiant certaines dispositions de la loi communale, du code rural, de la législation sur le régime de pensions du personnel communal et assimilé et réglant certaines conséquences des fusions, annexions et rectifications des limites des communes réalisées par la loi du 30 décembre 1975, est propre aux agents qui, lors de la fusion des communes, cumulaient un emploi principal avec un ou plusieurs emplois accessoires et qui ultérieurement n'ont pas été renommés dans ces emplois accessoires.