Niettemin blijft het zeer de vraag of de concrete veronderstelling, dat door het geacht lid wordt opgeworpen, betreffende het verhuren van een onroerend goed dat aan een van de bestuurders toebehoort niet al een schending van het oud artikel 60 uitmaakt, en dat op die grond de aansprakelijkheid van de betrokken bestuurder in het gedrang komt, voor zover kan worden bewezen dat die overeenkomst nadeel aan de vennootschap heeft berokkend (verhuurkosten duidelijk overgewaardeerd in vergelijking met de marktprijzen, enzovoort).
Il n'en demeure pas moins que l'hypothèse concrète évoquée par l'honorable membre du contrat de location d'un immeuble appartenant à l'un des administrateurs pouvait constituer déjà une violation de l'article 60 ancien, et qu'à ce titre la responsabilité de l'administrateur concerné reste engagée, pour autant que la preuve soit rapportée que ce contrat porte préjudice à la société (coût de la location manifestement surévalué par rapport aux conditions du marché, et cetera).