5. Alle grenswachters en ander personeel van de lidstaten krijgen vóór hun deelname aan een operatie op zee een opleiding in het toepasselijke Unie- en internationaal recht, met inbegrip van de grondrechten, de rechten van kinderen en de toegang tot internationale bescherming, alsmede richtsnoeren voor het identificeren van personen die bescherming zoeken en het verwijzen van deze personen naar de passende voorzieningen, en in het internationale rechtskader voor opsporing en redding.
5. Tous les gardes-frontières et les autres membres du personnel des États membres reçoivent, préalablement à leur participation à une opération en mer, une formation sur les dispositions pertinentes du droit de l'Union et du droit international, y compris les droits fondamentaux, les droits de l'enfant et l'accès à la protection internationale et sur le régime juridique international en matière de recherche et de sauvetage, ainsi que des orientations permettant d'identifier les personnes en quête de protection et de les réorienter vers les structures pertinentes.