2. De bevoegde autoriteit kan de verplichting tot het naleven van de in artikel 4 bedoelde emissiegrenswaarden voor zwaveldioxide bij installaties waar voor dit doel normaliter laagzwavelige brandstof wordt verstookt, voor een periode van ten
hoogste zes maanden opschorten, indien de exploitan
t wegens een onderbreking van de voorziening met laagzwavelige brandstof
ten gevolge van een ernstig tekort aan dergelijke brandstoffen niet in staat is deze gren
...[+++]swaarden in acht te nemen.
2. L'autorité compétente peut autoriser une suspension, pour une durée maximale de six mois, de l'obligation de respecter les valeurs limites d'émission prévues à l'article 4 pour le dioxyde de soufre dans les installations qui, à cette fin, utilisent normalement un combustible à faible teneur en soufre, lorsque l'exploitant n'est pas en mesure de respecter ces valeurs limites en raison d'une interruption de l'approvisionnement en combustible à faible teneur en soufre résultant d'une situation de pénurie grave.