38. constateert met voldoening dat dankzij de financiële bijstand op korte termijn effectief een chaotische staatsschuldencrisis is voorkomen, die extreem ernstige economische en sociale gevolgen zou hebben gehad, en waarvan de spill-overeffecten op andere landen niet te overzien zouden zijn geweest en vermoedelijk geleid zouden hebben tot het gedwongen vertrek van landen uit de eurozone; merkt echter op dat er geen garantie is dat dit op de lange termijn kan worden vermeden; merkt tevens op dat de financiële bijstand en het aanpassingsprogramma voor G
riekenland noch een ordentelijk faillissement, noch het overspringen van de crisis na
...[+++]ar andere lidstaten hebben kunnen voorkomen, en dat het vertrouwen in de markt pas is hersteld en de rentespreads op staatsschulden pas begonnen te dalen toen de ECB de met het OMT-programma van rechtstreekse monetaire transacties in augustus 2012 ingezette politiek met nog andere maatregelen aanvulde; betreurt de economische en sociale achteruitgang die zich manifesteerde toen de budgettaire en macro-economische correcties werden doorgevoerd; merkt op dat de economische en sociale gevolgen erger zouden zijn geweest zonder de financiële en technische bijstand van de EU en het IMF; 38. se félicite que l'assistance financière ait permis, à court terme, d'atteindre l'objectif d'empêcher un défaut incontrôlé de la dette souveraine qui aurait eu des répercussions économiques et sociales extrêmement graves, certainement pires que c'est le cas aujourd'hui, et des effets induits incalculables sur d'autres pays et aurait pu provoquer la sortie forcée de certains pays de la zone euro; souligne, cependant, que rien ne garantit qu'une telle situation ne se produira pas à long terme; relève également que le programme d'assistance financière et d'ajustement appliqué en Grèce n'a empêché ni un défaut ordonné ni un effet de contagion de la crise à d'autres États membres, tandis que la confiance du marché a été restaurée et que les
...[+++] écarts de taux d'intérêt sur la dette souveraine ont commencé à se résorber seulement après que la BCE a amplifié les actions déjà entreprises dans le cadre du programme des opérations monétaires sur titre, en août 2012; déplore le ralentissement économique et la régression sociale qui sont devenus manifestes lorsque les ajustements budgétaires et macroéconomiques ont été mis en œuvre; observe que les conséquences économiques et sociales auraient été plus graves sans l'assistance financière et technique de l'Union européenne et du FMI; 
