Artikel 1. Worden voor de toepassing van artikel 6, § 2, tweede lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen evenmin geacht dezelfde hoofdverblijfplaats met de aanvrager te delen, de bloed- of aanverwanten in de rechte neergaande lijn die hetzij met de aanvrager, hetzij met de in artikel 6, § 2, tweede lid, 1° en 2°, bedoelde kinderen en de aanvrager samenwonen.
Article 1. Pour l'application de l'article 6, § 2, alinéa 2, de la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, ne sont pas non plus censés partager la même résidence principale que le demandeur, les parents ou alliés en ligne directe descendante qui cohabitent soit, avec le demandeur soit, avec le demandeur et les enfants visés à l'article 6, § 2, alinéa 2, 1° et 2°.