Als de Raad amendementen van het Parlement die door de Commissie zijn aangenomen heeft verworpen, heeft hij dit gedaan omdat hij van menin
g was dat deze niet noodzakelijk waren in het licht van de
interinstitutionele overeenkomsten (amendementen 10 en 11); ongepast omdat daarin een waardeoordeel wordt gegeven (amendement 6); overbodig wegens regeling elders in de tekst (amendement 16); onverenigbaar met het subsidiariteitsbeginsel (amendement 27); of onsamenhangend als gevolg van een verwi
...[+++]jzing naar een adviescomité (amendement 32).
Lorsqu'il a rejeté des amendements du Parlement qui avaient été acceptés par la Commission, c'est parce qu'il les jugeait inutiles à la lumière des accords interinstitutionnels (amendements 10 et 11), déplacés en tant que jugements de valeur (amendement 6), superflus dans la mesure où ils faisaient double emploi avec d'autres parties du texte (amendement 16), incompatibles avec le principe de subsidiarité (amendement 27) ou illogiques en raison de l'ajout d'une référence à un comité consultatif (amendement 32).