De bank was echter van oordeel dat de preferente aandelen met speciaal dividend die in handen van de overheid waren, niet automatisch recht gaven op de uitkering van dividend, en dat het preferente karakter van de aandelen slechts inhield dat de bank het vastgestelde dividend aan de overheid moest betalen alvorens dividend over de gewone aandelen uit te keren.
Toutefois, la banque a considéré que les actions privilégiées détenues par l'État n'ouvraient pas automatiquement droit au versement de dividendes, leur caractère prioritaire signifiant simplement que la banque était tenue de verser des dividendes à l'État en priorité, avant de rémunérer les actions classiques.