1. Indien de bevoegde rechterlijke autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat een aanpassing overeenkomstig artikel 7, leden 2 en 3, overweegt, raadpleegt zij vooraf de bevoegde rechterlijke autoriteit van de staat van het vonnis over de aanpassing van de opschortende maatregelen of van de alternatieve straf.
1. Lorsque l'autorité judiciaire compétente de l'État d'exécution envisage une adaptation en vertu de l'article 7, paragraphes 2 et 3, elle consulte au préalable l'autorité judiciaire compétente de l'État d'émission au sujet des mesures de probation ou de la peine de substitution adaptées.