Vermits het verzoek tot dagstelling uitgaande van de burgerlijke partij op dat moment het enige fundament is van de saisine van de kamer van inbeschuldigingstelling en van het op gang houden van de strafvordering, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling alsdan eveneens de bevoegdheid om de onontvankelijkheid van de burgerlijke partijstelling te sanctioneren (cf. naar analogie met artikel 135 van het Wetboek van strafvordering, Schuind, G., Traité pratique de droit criminel, Verstraeten, R., De Burgerlijke partij en het gerechtelijk onderzoek , nrs. 194 e.v.).
Comme la demande de fixation émanant de la partie ci
vile constitue à ce moment-là le seul fondement de la poursuite de l'action publique et de la saisine de la chambre des mises en accusation, celle-ci a le pouvoir de sanctionner l'irrecevabilité de la constitution de partie civile (cf. par analogie avec l'article 135 du Code d'instruction criminelle, Schuind, G., Traité pratique de droit criminel , Verstraeten,
R., De Burgerlijke partij en het gerechtelijk on
derzoek , nº 194 et suivants ...[+++].).