« Schendt artikel 89, § 2, 1°, van de wet van 8 augustus
1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 dat aan de ambtenaren van de B.B.I. retroactief de bevoegdheid van onderzoek en van het vaststellen van een belastingaanslag verleent, het gelijkheidsbeginsel door de onrechtsgeldigheid van handelingen gesteld door op dat ogenblik onbevoegde ambtenaren op te heffen voor de ambtenaren van de B.B.I. , terwijl dit niet het geval is voor handelingen gesteld door andere (belasting)ambtenaren die ev
eneens niet over de passende bevoegdheid beschik ...[+++]ten ?
« L'article 89, § 2, 1°, de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980, qui rend rétroactivement les fonctionnaires de l'I. S.I. compétents pour enquêter et établir une cotisation, viole-t-il le principe d'égalité en supprimant pour les fonctionnaires de l'I. S.I. l'irrégularité d'actes posés par des fonctionnaires incompétents à ce moment, alors que ce n'est pas le cas pour les actes posés par d'autres fonctionnaires (du fisc) qui ne disposaient pas davantage de la compétence ad hoc ?