3. De in artikel 115, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde periode waarvoor de landbouwer zich ertoe verbindt om gedurende die periode op zijn bedrijf het aantal ooien en/of geiten te houden waarvoor de premies worden aangevraagd (hierna „de aanhoudperiode” genoemd), duurt 100 dagen en gaat in op de eerste dag na de laatste dag van de in lid 2 bedoelde periode voor de indiening van de aanvragen.
3. La période visée à l'article 115, paragraphe 1, du règlement (CE) no 1782/2003 pendant laquelle l'agriculteur s'engage à maintenir sur son exploitation le nombre de brebis et/ou de chèvres pour lesquelles le bénéfice de la prime est demandé (la «période de rétention») est de 100 jours à partir du premier jour suivant le dernier jour de la période de dépôt des demandes visée au paragraphe 2.