8. stelt dat een bevoegdheidsdelegatie niet van onbepaalde duur kan zijn; is van mening dat bij een bevoegdheidsdelegatie van beperkte duur wel kan worden voorzien in de mogelijkheid van periodieke verlenging; stelt dat in de basishandeling kan worden bepaald dat periodieke verlenging ofwel stilzwijgend ofwel op uitdrukkelijk verzoek van de Commissie plaatsvindt; is van oordeel dat de bevoegdheidsdelegatie in beide gevallen alleen verlengd kan worden als het Parlement of de Raad binnen een bepaalde termijn geen bezwaar aantekent;
8. soutient que la durée d'une délégation ne peut être indéterminée; est cependant d'avis qu'une délégation de durée limitée pourrait prévoir la possibilité d'un renouvellement périodique; estime qu'un acte de base peut prévoir que ce renouvellement périodique se fasse soit de manière tacite, soit à la suite d'une demande expresse de la Commission; estime que dans les deux cas, la délégation ne peut être renouvelée que si ni le Parlement ni le Conseil n'expriment d'objections dans un délai donné;