De beschermde persoon wordt voor de toepassing van deze bepaling geacht onbekwaam te zijn verklaard voor het verrichten van alle handelingen bedoeld in artikel 492/1, § 1, van het Burgerlijk Wetboek en alle handelingen met betrekking tot de goederen.
Pour l'application de la présente disposition, la personne protégée est réputée avoir été déclarée incapable d'accomplir tous les actes visés à l'article 492/1, § 1 , du Code civil, et tous les actes relatifs aux biens.