Het Hof onderzoekt de artikelen 42bis en 45, § 2, van het Wetboek in de interpretatie die eraan is gegeven door de Raad van State in zijn prejudicieel arrest, namelijk dat ze de Regering, onder de in die bepalingen bedoelde voorwaarden, ertoe hebben gemachtigd de gemeenten op te nemen onder de publiekrechtelijke rechtspersonen wier aanvragen tot bouwvergunningen onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen vallen.
La Cour examine les articles 42bis et 45, § 2, du Code dans l'interprétation qui leur est donnée par le Conseil d'Etat dans son arrêt préjudiciel, à savoir comme ayant autorisé le Gouvernement, dans les conditions prévues par ces dispositions, à inclure les communes parmi les personnes de droit public dont les demandes de permis de bâtir relèvent de la compétence du collège des bourgmestre et échevins.